De combinatiepil = 'de pil'

Gebruik -in de risicogroep*- bij pil en spiraal óók condooms ter voorkoming van SOA's, HIV en AIDS !!!

Ontdekking | Samenstelling en werking | Voor- en nadelen | Pilstarters | Beschikbare middelen | Indeling naar generatie | Tromboserisico | Richtlijnen Anticonceptie (update mei 2020)

Ontdekking

In 1960 werd in de Verenigde Staten de eerste anticonceptiepil geïntroduceerd: de Enavid. Dit preparaat was samengesteld uit het oestrogeen mestranol en het progestageen norethynodrel. Alhoewel er bij de eerste klinische experimenten met het door Gregory Pincus ontwikkelde norethynodrel een goede cycluscontrole werd verkregen bij het ontbreken van zwangerschap, bleek later het gezuiverde norethynodrel aanleiding te geven tot een aanzienlijke hoeveelheid doorbraakbloedingen. Het norethynodrel, dat bij de eerste experimenten, uitgevoerd door John Rock in Porto Rico, goede resultaten had gegeven, bleek verontreinigd met het oestrogeen mestranol. Na zuivering ontstonden doorbraakbloedingen, hetgeen duidelijk maakte dat de oestrogenen nodig bleken voor een goede cycluscontrole.

Samenstelling en werking

'De pil' bestaat uit een oestrogene en een progestagene component. De progestagene component is belangrijk voor het anticonceptieve effect en de oestrogenen zijn nodig voor de stabilisatie van het endometrium (baarmoederslijmvlies). Verder remmen oestrogenen en progestagenen synergistisch op centraal niveau de afgifte van FSH (Follikel Stimulerend Hormoon) en LH (Luteïnizerend Hormoon) uit de hypofyse en remmen zodoende de follikelgroei en ovulatie. De oestrogenen veroorzaken proliferatie van het endometrium. Zodra het endometrium onder invloed komt van progestagenen stopt de proliferatie en komt het endometrium in de secretiefase. Oestrogenen maken in het endometrium zowel oestrogeen als progestageen receptoren aan. Progesteron en progesteron-achtige stoffen (progestagenen of progestativa genaamd) gebruiken alleen de receptoren, ze maken deze niet aan. Dat betekent, dat het endometrium slechts reageert op progestagenen na voorbehandeling met oestrogenen. Samenvattend: progestagenen zorgen ervoor dat er geen zwangerschap optreedt en oestrogenen zijn toegevoegd om een 'normaal' bloedingspatroon te krijgen, lijkend op een gewone cyclus.

Voor- en nadelen van de pil

De pil heeft naast het voorkómen van zwangerschap nog een aantal bijkomende voordelen maar ook nadelen. De voordelen wegen echter ruimschoots op tegen de eventuele nadelen en de pil kan dan ook gezien worden als een van de meest betrouwbare vormen van anticonceptie.

Pilstarters kunnen gedurende een korte tijd  - uiteenlopend van enkele weken tot enkele maanden -  in meer of mindere mate last  hebben van misselijkheid, gespannen aanvoelende borsten, lichte tussentijdse bloedingen: 'spotting' genaamd en libidoverlies (minder zin in seks). Houden deze klachten langer aan dan kan het kiezen van een pil met een andere samenstelling de klachten vaak doen verdwijnen (zie ook bijwerkingen pil). Blijven de klachten desondanks toch aanwezig, dan is het raadzaam een andere vorm van anticonceptie te kiezen.

 

Voordelen van de pil

Nadelen van de pil

 
  • zeer betrouwbaar
  • minder bloedverlies
  • minder kans op bloedarmoede
  • minder pijn tijdens de ongesteldheid
  • minder premenstruele spanningen
  • tot 50% minder kans op goed- en kwaadaardige gezwellen aan baarmoeder en eierstokken
  • N.B.:geen invloed op het ontstaan van baarmoederhalskanker

Iets verhoogde kans op:

  • hart- en vaatziekten vooral in combinatie met roken (>35 stoppen met roken of stoppen met de pil!!)

  • trombose gedurende de eerste twee jaar van het gebruik van de pil

  • trombose of embolie als dit in de naaste familie vóórkomt: gericht onderzoek naar de aanwezigheid van bepaalde erfelijk overdraagbare stollingsfactoren zoals factor V Leiden mutatie gewenst

  • lichte stoornissen in de suikerstofwisseling

  • lichte verhoging van de bloeddruk

  • goedaardige aandoeningen van de lever

  • mammacarcinoom (borstkanker) (relatief risico 1,23; absoluut risico blijft klein) *:nieuwe feiten!

*N.B.: In the New England Journal of Medicine werd in juni 2002 het resultaat gepubliceerd van een onderzoek bij 9000 vrouwen, waaruit bleek dat pilgebruik niet gepaard ging met een verhoogde kans op borstkanker!! Meer info in de nieuwsbrief van 22 juli 2002. ( Ref: The New England Journal of Medicine 2002;346:2025-2032)

 

Beschikbare middelen 

Vrijwel alle thans in Nederland verkrijgbare combinatiepreparaten bevatten het oestrogeen ethinyloestradiol in een dosering variërend van 20 tot 50 µg per dag. Sinds 1 juni 2009 is er bovendien een nieuwe anticonceptiepil beschikbaar met een natuurlijk oestrogeen. Het oestrogeen is het estradiolvaleraat, dat na opname door de darm omgezet wordt in estradiol (E2), hetzelfde hormoon dat het vrouwelijk lichaam zelf ook aanmaakt. Alle progestagenen zijn 19-nortesteronderivaten, afgeleid van het testosteron, waarbij de C-19 groep is verwijderd. Alleen het cyproteronacetaat, aanwezig in de Diane®-pil (ook verkrijgbaar onder de namen Minerva en Elisa), is een 21-hydroxyprogesteronderivaat. Preparaten met cyproteronacetaat zijn overigens geregistreerd als anti-acne middel en niet als anticonceptiemiddel, alhoewel deze preparaten een anticonceptieve werking hebben die vergelijkbaar is met de anticonceptieve werking van de eenfasepreparaten. Men onderscheidt de progestagenen in progestagenen van de eerste, tweede en derde generatie. Tot de eerste generatie behoren norethisteron, lynestrenol en ethynodiolacetaat. Deze progestagenen zijn steeds gekoppeld aan een dosering van 35 tot 50 µg ethinyloestradiol. Het levonorgestrel is een progestageen van de tweede generatie en gekoppeld aan ethinyloestradiol in een dosering van 30 tot 50 µg. De derde generatie progestagenen, waartoe desogestrel, gestodeen en norgestimaat behoren, zijn gekoppeld aan een dosering van ethinyloestradiol van 20 tot 50 µg. De progestagenen hebben onderling een sterk wisselende biologische activiteit, waardoor het niet mogelijk is aan de hand van het aantal milligrammen een onderlinge vergelijking van de sterkte te maken. Inmiddels is er een zogenaamde vierde generatie pillen, die nog specifiekere progestagenen bevatten. Achtereenvolgens kwamen beschikbaar  drospirenon (2001), dienogest (2009) en nomegestrolacetaat (2012). Pillen met het drospirenon zijn de Yasmin en de doorslikpil Yaz 24+4. Dienogest is samen met het natuurlijke oestrogeen estradiolvaleraat aanwezig in de Qlaira: eveneens een doorslikpil. Nomegestrolacetaat wordt gecombineerd met het natuurlijke estradiol, een hormoon dat dezelfde samenstelling heeft als het estradiol dat door de vrouw zelf wordt geproduceerd. Deze pil, Zoely, heeft ook een 24+4 doorslikregime.

De combinatiepreparaten zijn verkrijgbaar als eenfase-, tweefasen- en driefasenpreparaten, afhankelijk van de samenstelling van de pillen per pilstrip. De in Nederland verkrijgbare combinatiepreparaten met hun samenstelling en verdeling in een-, twee- en driefasenpreparaten worden weergegeven in het overzicht. Sinds kort is er ook een combinatiepreparaat beschikbaar in de vorm van een ring, die net als een tampon in de vagina kan worden ingebracht. Meer informatie hierover op de pagina anticonceptiering.

Samenvatting pillen van de eerste, tweede, derde en vierde generatie

 

pil van de:

hoeveelheid en soort oestrogeen

progestageen

eerste generatie >50 µg ethinyloestradiol (EE) of mestranol norethindron; lynestrenol; ethynodiol-diacetaat
tweede generatie <35 µg ethinyloestradiol (EE) levonorgestrel; norgestimaat
derde generatie <30 µg ethinyloestradiol (EE) desogestrel; gestodeen
vierde generatie <30 µg ethinyloestradiol (EE); estradiolvaleraat (EV); estradiol (E2) dienogest; drospirenon; nomegestrolacetaat

(terug naar overzicht in Nederland verkrijgbare preparaten)

 

Tromboserisico bij pillen van de tweede en derde generatie

De laatste jaren is er een langdurige discussie gevoerd over het risico van trombose bij gebruik van pillen van de tweede en derde generatie. Trombose is op zich goed behandelbaar, maar wordt de aandoening niet tijdig onderkent dan kan dit leiden tot een soms fataal aflopende longembolie. Het risico op het ontstaan van veneuze trombo-embolische aandoeningen (VTE) kan als volgt worden samengevat:

 

categorie kans op VTE (per 10.000 vrouwen per jaar): absoluut risico relatief risico, vergeleken met geen pilgebruik
vrouwen (15-44 jaar): geen pil 5 tot 10 (0,005 tot 0,01%) 1
bij pil van de tweede generatie 20 (0,02%) 2 - 4
bij pil van de derde generatie 30 tot 40 (0,03 tot 0,04%) 3 - 8
tijdens zwangerschap 60 (0,06%) 6 - 12

Het Comité voor Farmaceutische Specialiteiten (CPMP) van het Europese agentschap voor de beoordeling van geneesmiddelen (EMEA) heeft in september 2001 de eindconclusie gepubliceerd van het risico op VTE bij de derde generatiepillen, die desogestrel of gestodeen bevatten. Deze eindconclusie is door de Inspectie voor de Gezondheidszorg aan alle huisartsen, gynaecologen en apothekers in Nederland toegestuurd. Als belangrijkste conclusies werden aangegeven (citaat brief inspectie):

  1. Volgens de CPMP maken de gegevens het niet noodzakelijk om bij vrouwen die reeds zonder problemen de pil gebruiken de door hun gebruikte pil te staken.
  2. Met name wanneer een vrouw voor de eerste keer een pil voorgeschreven krijgt, dient rekening gehouden te worden met de conclusie van de CPMP dat de pil met het progestageen desogestrel of gestodeen de kans op VTE sterker verhoogt dan een pil met het progestageen levonorgestrel. Het is niet waarschijnlijk dat het risico van desogestrel of gestodeen bij combinatie met 20 µg ethinyloestradiol lager is dan bij combinatie met 30 µg ethinyloestradiol.

Meer actuele info over het risico op trombose (incl. huidige merknamen van producten op de website van het College ter beoordeling van geneesmiddelen. De informatiebrief voor patiënten kun je hier downloaden.

Verhoogd risico op SOA indien jonger dan 25 jaar; indien wisselende seksuele partners (of een partner met wisselende contacten); indien een nieuwe relatie korter bestaat dan 3 maanden en één of beide had tevoren een andere seksuele relatie: laat na 3 maanden bij huisarts of GGD testen op doorgemaakte SOA en/of AIDS alvorens geen condoom meer te gebruiken.

Deze pagina werd voor het laatst bijgewerkt op 15 juni 2020

home copyright disclaimer privacy